Mijn moeder was zich altijd erg bewust van haar vrouw zijn. Bezig met haar grenzen en hoe ze in de wereld stond. Ze zorgde zo goed als mogelijk voor haar lichaam, we aten vaak vers en zonder vlees. Tegelijk was er niet altijd geld om dat voor elkaar te krijgen. Daarnaast hield ze niet zo erg van koken, het was niet altijd een succes. Dat heb ik gelukkig niet van haar, want zij heeft het nog. Deze grap maakte ze vaak bij dingen die gelijk waren in haar en haar kinderen. “Dat heb je niet van mij want ik heb het nog”.
Mijn moeder had een nare jeugd, er was danig misbruik van haar gemaakt in haar jonge jaren. Ze had een pittige weg om zich lekker te voelen in het leven. Gedurende meerdere periodes in mijn jeugd was ze ermee bezig. Om te verwerken en het een plek te geven. Ze confronteerde zelfs ooit degene die misbruik van haar maakte. Lastig als gescheiden alleenstaande moeder van 3 kinderen, zeker in die tijd.
Mijn vrouw zijn is natuurlijk voor een deel gelinkt aan hoe zij dat deed, aan wat haar was overkomen en hoe ze daarmee omging. Veel van haar tijd ging op aan herstel van haar jeugd, er was niet zo veel ruimte voor mij, voor ons. Hoe ik kijk naar haar proces en welke ruimte ze daarin nam voor zichzelf heeft ook invloed op hoe ik dat doe. Voor een deel is dat eenzelfde pad naar me lekker voelen in het leven. Ik kom er de laatste jaren steeds meer achter hoeveel invloed ze had en heeft op hoe ik dingen doe en hoe ik naar dingen kijk.
In sommige opzichten was ze haar tijd ver vooruit. In de 90-er jaren had ze al een menstruatiecup bijvoorbeeld en ik weet nog dat we meeliepen in de grote demonstraties in de 80-er jaren tegen kernenergie. Ze was bezig met tuinieren in een moestuin als ze de kans had. Dan wist je tenminste zeker dat het onbespoten was. De afgelopen jaren ben ik me zeer bewust van hoe zij naar dat soort dingen keek. De adviezen die ik nu krijg om beter in mijn vel te komen zitten hebben veel raakvlakken met hoe zij het toen al deed. Geen gifstoffen in je lijf, zoveel mogelijk natuurlijke materialen dragen, bh’s zonder beugel om er een paar te noemen.
Als ik denk aan wereld vrouwendag dan denk ik steevast ook aan mijn moeder Thea. Ze bleef voor altijd 50 en overleed op 8 maart 2002 aan alvleesklierkanker. Als ik dan weleens denk aan hoe zorgvuldig ze was en hoe goed ze voor zichzelf probeerde te zorgen dan voelt het oneerlijk. Ze had zoveel gedaan en zo hard gevochten en toch stierf ze relatief jong.
Op haar laatste dag heb ik haar nog gezien. Dat blijft een gek verhaal want ik woonde op ruim 2 uur rijden en had zelf geen auto. Met wat kunst en vliegwerk en hulp van lieve mensen om me heen was ik bij haar en was er bij toen ze haar laatste adem uitblies. Ik zie me nog ’s nachts de lijkwagen nakijken die de straat uitreed. Zo duidelijk op mijn netvlies en toch alweer een heel leven geleden.
Wat zou ik graag eens samen met haar op een bankje willen zitten en vertellen over hoe mijn leven nu gaat. Wat ik tegenkom, hoe ik haar voor een deel steeds beter snap en kan zien hoe lastig het voor haar geweest moet zijn. Hoe ik haar voor een deel niet snap, en sommige keuzes onbegrijpelijk vind, dat ze mij die had kunnen uitleggen. Hoe haar leven dat van mij raakt en blijft raken en wat voor effect haar leven nog op dat van mij heeft. Hoe goed ik het nu heb. Hoeveel werk het heeft gekost om hier te komen en dat ik me weleens afvraag hoe zij er nu naar zou kijken. Hoe trots zou ze zijn geweest op haar kleindochter. Vragen waar ik nooit een antwoord op zal vinden en dat is ergens ook ok.
Als hadden komt is hebben te laat. Deze uitspraak van Thea komt hier nog regelmatig voorbij.
Leef je leven nu, dat is het enige moment dat je hebt.